Vervoegingen
Bijvoeglijk naamwoord, vergrotende trap (Adjective, comparative): grosser
Bijvoeglijk naamwoord, overtreffende trap (Adjective, superlative): grossest
Bijvoeglijk naamwoord (Adjective): gross
Zelfstandig naamwoord, meervoud (Noun, plural): grosses, gross
Zelfstandig naamwoord, enkelvoudig of massa (Noun, singular or mass): gross
Werkwoord, verleden tijd (Verb, past tense): grossed
Werkwoord, gerundium of tegenwoordig deelwoord (Verb, gerund or present participle): grossing
Werkwoord, 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (Verb, 3rd person singular present): grosses
Werkwoord, basisvorm (Verb, base form): gross
Werkwoord, tegenwoordige tijd niet 3e persoon enkelvoud (Verb, non-3rd person singular present): gross
Lettergrepen, Woordafbreking en Klemtoon
gross bevat 1 lettergrepen: gross
Fonetische transcriptie: ˈgrōs
gross , ˈgrōs (De rode lettergreep is benadrukt)